De zoveelste dag in Aumen-Síth

Het voelt alsof we er al maanden zijn. Tijdens de taalles viel ik bijna in slaap; ik denk dat Talay dat niet zo op prijs stelde, maar ja, het was ook laat gister. Daarna gingen we naar de tempel van Dayati. Eerst wilde ik niet, toen zei Faran dat het daar rustig zou zijn en dat leek me wel wat. Niet dus!

Er was daar een enorm standbeeld van Dayati - de jongen dansend met het meisje; ik had me Timoine altijd veel kleiner voorgesteld. Tijdens de dienst bekroop me het gevoel dat ik hier niet thuishoorde samen me de angst dat ik Timoine voor altijd kwijt zou raken. Met alles wat er de laaste tijd gebeurd is: Anshen, Loryn, al die lessen en de vreemde cultuur, ik voelde me niet waardig om te bidden, maar toen ik het toch probeerde nam ze al mijn angst en schaamte over. Nadat ik was uitgehuild voelde ik me vrijer en opgeluchter dan ik me de laatste jaren kan herinneren. Arvi had ook moeite met bidden tot Timoine; die heeft ook al zo veel meegemaakt, denk ik.

Toch denk ik dat schoolse lessen niet goed zijn voor de band met Timoine. Maar wat weet ik nu?

Klein Valdyas staat in brand. Zouden we dat voorgoed hebben achtergelaten?

Arvi wilde nog naar de tempels van Anchuk en Anasagga. Bij de eerste werden ervoor excecuties uitgevoerd en daar had ik even geen zin in. Genoeg tempels. Toen ik de wachters bij de tweede tempel zag stak ik mijn tong naar ze uit. Ik weet niet of dit nu de locale Anshen was maar vanzelf kwam ik in opstand. Dat leverde mij een harde trap na, de tempel uit op, maar dat was goed, terecht of zo. Het klopte in ieder geval.

Vanmorgen had ik hoofdpijn en Gaddo was ook al zo bezorgd. Ik had gepraat in mijn dromen. Hij had het over een moord alsof het een herinnering was die bovenkwam in mijn slaap, dus ik denk dat het Loryn is. Arvi zal vannacht waken, dan zien we wel verder.

Volgende dag

De volgende ochtend besproken Gaddo en Arvi mijn/Loryns droom en Gaddo wist wel iemand die de geest uit zou drijven. Toen moest ik weer aan Vurian en het huis in Essle denken.

Vandaag zal L. uit mij verdreven worden, door iemand die geesten uitdrijft. Ik weet niet of L. wel een geest is, maar toch ben ik gespannen. Ik ben met Arvi gaan kijken maar we konden geen voorbereidingen zien, dus ik heb nog wat gedronken op de goede afloop. Geloof je het zelf?!

Het is zover. Dar opgedost met veren en banden, zodat ik hem bijna niet herken. Hij en Guhya blijken getrouwd. Ik voel me opgelaten. Wat gaat er gebeuren? Moet ik me straks uitkleden voor al deze mensen? Gaat het pijn doen? Ik denk dat ik het allemaal zal laten gebeuren; mijn besluit staat vast!

Het gebeurt in een lang donker vertrek, Arvi's keuken. Aan een kant zijn de vuren onder de kookstenen; daarnaast een bed, voor mij, dan een pilaar met takken versierd als een boom. Iemand zet een pan rijst met gember tussen mijn benen. Wat een plaats als je bedenkt dat ze vroeger pasgeboren kinderen offerden. Dar begint te dansen en onverstaanbaar te zingen. Steeds sneller en ondertussen slaat hij takjes van de boom die hij naar omstanders gooit.

Mijn blik wordt steeds scherper en nauwer tot dat ik alleen duisternis zie en ik helemaal gericht ben op die duisternis. Donker, donker, donker en dan lichtjes; kleine bewegende puntjes met, als ik er naar blijf staren, een persoonlijkheid, een geschiedenis, een dood.

Er zijn uren voorbij gegeaan. Ik voelde iets groots, kouds over me heen glijden - L? - en ik werd me weer bewust van mijn zintuigen. Toen het gevoel weg was deed ik mijn ogen open er zaten twee zwarte vogels met gouden bek en klauwen in mijn schouders. Bij de boom stonden twee mensen? en toen verscheen De Naamloze, hier Ruha-bu. Ik had al besloten alles te laten gebeuren, maar nu werd ik wel wat gespannen. Vooral toen Dar voor mij de rijst offerde aan de naamloze. Maar L. is weg, voorgoed.

Volgende middag

Dar vindt dat ik die duisternis en die puntjes niet had mogen zien. Omdat ik een vrouw ben! Onzin! Later vertelde Guhya dat vrouwen ook geesten uitdrijven, maar dat mocht Dar duidelijk niet weten. Puh!

We besloten met Talay en Dayati te gaan praten. Arvi wilde ze nog wat vragen en we wilden ook wel iets meer weten over de ceremonie.

Dayati was erg ge�ntereseerd in het ritueel. Ze leek het niet te kennen. Ook deed ze nogal onverschillig over het afnemen van goden; hoe durft ze! Ik had het gevoel dat het beter zou zijn, in ieder geval voor Dar en Guhya, als we erover ophielden. Later tijdens de lessen bekeek Dayati stiekem mijn herinneringen van gister. Ik voelde me weer opgesloten, maar voor het eerst dacht ik dat ze dat bewust deden.

Ik ga weer met Guhya praten, ik wil meer weten over de Anchuk/Ruha-bu splitsing en over wat Dar nu eigenlijk heeft gedaan. En ook over de positie van de bedienden/slaven in het huis. Wil ik daarom misschien toch blijven?

Arvi wil blijven. Ze zegt dat het te gevaarlijk is om terug te gaan, maar ik geloof dat ze zich afsluit voor haar verleden of verantwoordelijkheid of zoiets. Ze is niet alleen lichamelijk uit Valdyas gevlucht. Maar daar kan ik moeilijk wat van zeggen.

Volgende dag

De taalles is afgelopen. We redden het nu wel, ook al schijn ik een ernstig accent te hebben. Ik heb imiddels ook de eerste les van Guhya gehad. Imri was er weer en ik probeerde haar wat te helpen. Er is een kraamkliniek voor straatmoeders in het huis; een verschrikkelijke bedoening. Ik probeerde Phuli, een straatmeisje, te wassen en schone kleren te geven, maar ze weigerde absoluut bediendenkleren te dragen en toen ik haar mee terug wou nemen heeft ze me in mijn enkel gebeten. Ze heft gelijk; ik zou ook niet zomaar die kleren aan willen trekken. Phuli bleek iets te hebben met Ayran, een zoon van Arvi, wat een toeval, dus ging het hele zooitje mee daar Arvi's binnenplaats.

Uit de verhalen van Ayran bleek dat het buiten het huis minsens zo erg was als op straat in Essle. Arvi leek ook niet meer zo overtuigd om te blijven want Ayran wilde zo snel mogenlijk ontsnappen. Het huis is een iets te klein wereldje voor mij en misschien ook voor Arvi's geweten.

De volgende dag

De mysterieuze en ernstig knappe man die plotseling kwam voor de machtige tovenares Arvi (en gevolg) om te zeggen dat de keizer haar wilde spreken. Ze hebben hier dus een keizer.

Ik moet beter uitrusten, want de tweede les van Guhya was ik helemaal kwijt en dus moest ik die opnieuw leren; studeren is toch niet mijn sterkste kant. Ik mag nu ook geen vlees meer eten anders komen <?> en <?> achter me aan. Onthouden! net als mijn beet verzorgen.

Faran is ook weer terug. En het ging gelijk mis tussen hem en Phuli. Voorlopig maar proberen geen bedreiging voor haar te zijn, misschien kunnen we dan beter met elkaar opschieten; Sugunda heeft onze hulp echt nodig en als die het niet overleeft vrees ik dat we Phuli (en Ayran?) weer kwijt zijn.

Ik hoop dat we Phuli bij ons kunnen houden; ik ben heel benieuwd wat er van haar wordt en van mij.

Toen we medicijnen voor Sugunda aan het maken waren kwam Dayati langs. Als haar interesse alleen nieuwsgierigheid is dan geloof ik dat ze daar handig gebruik van maakt. Ze vroeg me iets te veel en dus gingen Arvi en ik maar over tot de les. Ik had eigenlijk geen zin meer in die lessen, maar dit was niet het goede moment om daarover te beginnen.

In ieder geval heb ik een hele lijst uitnodigingen voor het komende feest, dus ik zal me niet vervelen.

Het feest van Dayati en daarna

Ik zit hier in een groot en donker hol. En het feest van twee dagen geleden lijkt wel weken geleden. Het begon allemaal heel gewoon, door de drukte van het feest konden we zelf onze eigen tanden poetsen. Na een ontbijt met de bedienden ging iedereen naar het plein en een onverstaanbare toespraak van Dayati en Talay en vandaar naar de tempel voor een even onverstaanbare dienst. Dayati werd daar ingepakt in een soort graan gedorst en dat gebeurde later ook met Arvi en Imri op onze eigen binnenplaats. Daarna ben ik iedereen die ik kende maar eens gaan opzoeken en die avond aten we weer eens op het podium in de grote zaal. En minstens de halve priesterraad was daar aanwezig. Wabai werd zelfs handtastelijk, maar daar stak zijn vrouw snel een stokje voor. Ik heb zelfs met _de keizer_ gedanst maar hij bleef strak voor zich uit kijken. Het eigenlijke hoogtepunt van die avond was het vuurwerk, brandende lichten in de lucht. Ik kon verschillende brandbare stoffen ruiken, maar zoiets heb ik nog nooit gezien! Maar ik heb die avond nog al wat gemist want Faran is met Kamari getrouwd en Imri met Jhalla. Zelfs Arvi scheen de nacht met een jonge priester te hebben doorgebracht.

De volgende ochtend ging het zeer slecht met Kacay. Het idee speelde dat hij vergiftigd zou zijn door Dayapati, maar daar was geen bewijs voor en ondanks onze uiterste pogingen heeft hij het niet gehaald. Talay confronteerde meteen Dayapati die daarna alles kon fabriceren wat ze nodig had om ons op te pakken en uit de weg te ruimen. Daarna hebben we nog een boottochtje met de keizer gehouden. Solay was in ernstig gevaar van de Khas, maar door interne spanning in de priesterraad en tussen de priesters en de keizer werd daar eigenlijk te weinig aandacht aan besteed. Ontkennen. Ik werd van het geheel niet veel wijzer. Behalve dat de keizer een echt enorm grote boot heeft. Hadden wij er maar een die half zo groot was! Arvi scheen er wel wat aan te hebben en in de koets had ze zelfs een briefje ontvangen.

De volgende ochtend bleek Dayapati al bijna voor de deur te staan en moesten we het huis uit vluchten om niet iedereen in gevaar te brengen. Arvi had een aanbod van de Keizer om bij hem in te trekken en er bleef ons niet veel anders over. Phuli wist de weg en na een lange sluiptocht kwamen we bij het paleis van de keizer. Het grote donkere hol is een huis in het paleis. We zitten nu vast in het machtsspel tussen de keizer en de priesterraad en Dayapati zal dit ook wel niet zomaar laten gebeuren. En buiten rukken de Khas op richting Solay. Als we niet binnen twee weken op een boot hier vandaan zitten dan zijn we er geweest. Wat dat betreft hebben Ayran en Phuli wat mij betreft het goede idee.

De eerste dag bij de keizer

Kamari nam meteen en vol overgave het huishouden over. En Ayran en Phuli waren er al snel vandoor. Toen ik ze wilde zoeken moest Arvi me er aan herinneren dat dat ook via semsin kon. Toen iedereen was gaan slapen, heb ik stiekem gevraagd of Ayran al een duidelijk plan had om hier weg te komen, maar dat viel nogal tegen. Zo komen we nooit weg.

Die nacht bezocht Ruha-bu me in mijn droom. Mijn dromen vervaagden en ik was weer in de duistere zee der zielen die ik ook tijden Loryns uidrijving had gezien. Ik zat op een schip en voor me zag ik de kust van Valdyas. Het was geruststellend, maar ook weer niet. Ik weet nog steeds niet of het een voorspelling, een aanbod of iets anders was. Wel weet ik nog dat ik niemand anders op dat schip heb gezien. Ik wou dat ik het Guhya kon vragen.

Moryn wist dat ik bezoek van Ruha-bu (hij zei Archan) gekregen had, maar hij kon me niets nuttigs vertellen. Ik heb nog geprobeerd met Moryn te praten; hij ziet Arvi als verraadster en moet eigenlijk met haar vechten, maar hij weet dat hij dat niet zal winnen. De afgelopen tijd heb ik altijd geprobeerd niet te kiezen voor Archan of Anshen; ik wilde voor Timoine kiezen. Maar nu ik probeer informatie in te winnen zeggen beiden dat ik eerst een keuze moet maken voordat ik de relevante informatie te weten kom. Wat ik uit eigen ervaring heb opgemaakt is het verschil niet zo groot. Trouwens, ik heb Arvi eindelijk gezegd dat ik geen les meer wil in semsin.

De volgende dag werd Arvi baladen met geschenken. Kleding, geurtjes en veel goud. We hebben allemaal even gepast en daarna zijn Arvi en Imri naar de keizer gegaan en hebben wij de haven verkend. De keizer heeft twee Valdyaanse boten, maar de bemanning kan ik niet verstaan. De handelshaven ligt buiten het paleis. Het zal nog moeilijk worden hier weg te komen.

Plannen

Moryn stond zich wat af te reageren met zijn zwaard en ik heb zelfs nog even met Imri geschermd. Later wilde Arvi Dayati opzoeken in de geest en vroeg Moryn on haar te helpen als het mis ging. Dat leek me niet verstandig omdat Moryn nog steeds vond dat hij met haar zou moeten vechten. Toen het mis ging werden Imri en ik erbij geroepen. Ik heb gedaan wat ik kon maar Imri was duidelijk veel beter en wist Arvi te bereiken; misschien had ik toch niet moeten stoppen.

Later bleek wat de keizer van plan was; namelijk Arvi tot vicaris van Mizran benoemen. Nu begon het door te dringen dat we wel hel snel weg moesten. De politiek zat muurvast en de Khas kwamen er aan. Gezamenlijk stelde we een plan op. Faran zou een order vervalsen om in het geheim uit te varen. Samen zouden we er een uit de admiraliteitsbibliotheek halen; ik zou de bibliothecaris afleiden. Met een beetje gezamenlijke bluf van Faran en mij liep dit heel goed en het plan werd meteen ten uitvoer gebracht. Alles ging goed tot men besloot de kapitein in te lichten. Die was natuurlijk niet blij, maar wel te overtuigen van onze betere positie. We hadden het bijna zonder problemen gehaald maar toen we bij de uiterste kust van Valdyas aankwamen werden we aangevallen door keizerlijke schepen en we zijn ternauwernood ontsnapt met hulp van de schepen die ons tegen kwamen houden.